Sommige Europese steden geven hun oude trams weg of verkopen ze omdat ze hun openbaar vervoer willen moderniseren of oude wagons afdanken. De afnemers van tweedehands trams kopen werkende tramstellen voor een redelijke prijs en kunnen er tegelijk prat op gaan dat ze groen en modern openbaar vervoer aanbieden. Maar die hele handel kan een neokolonialistisch tintje krijgen wanneer het rijke Westen winst maakt door afgedankte trams te slijten in het minder fortuinlijke Oosten. In ieder geval is oude tramstellen – die makkelijk veertig tot vijftig jaar meekunnen – blijven gebruiken een duurzame manier om met vervoersinfrastructuur om te gaan.
Sinds 1990 zijn 4.702 oude Duitse tramstellen over de hele wereld uitgezwermd. Het driekoppige onderzoeksteam Lukas Adolphi, Wladimir Sgibnev en Tonio Weicker hebben die allemaal opgespoord om na te gaan hoe de hergebruikte trams technisch en visueel werden ingepast in hun nieuwe omgeving. Een mooi voorbeeld van zo’n transformatie is een Tatra KT4DtM die voor het eerst reed in Oost-Berlijn in 1983 en nu in Ust-Kamenogorsk in Kazachstan. (Foto’s: transphoto.org)
senior onderzoeker aan het Leibniz-Institut für Länderkunde (IfL, Leibniz-instituut voor regionale geografie), Leipzig (Duitsland).
senior onderzoeker aan het Leibniz-Institut für Länderkunde (IfL, Leibniz-instituut voor regionale geografie), Leipzig (Duitsland).
senior onderzoeker aan het Leibniz-Institut für Länderkunde (IfL, Leibniz-instituut voor regionale geografie), Leipzig (Duitsland).
senior onderzoeker aan het Leibniz-Institut für Länderkunde (IfL, Leibniz-instituut voor regionale geografie), Leipzig (Duitsland).